Ontwerp in voornamelijk blauw en roze tonen, met zwarte lijntekening en aangevuld met bruingrijze accenten. Een slaapkamerscène in vogelperspectief, met centraal een bed met een dekbed van waaronder lichaamsdelen (armen, benen, borsten) uitsteken. Links van het bed een nachtkastje waarop een aantal voorwerpen liggen. Rechts mogelijk een uitvergrote huissleutel. Linksboven, als deel van de zeefdruk: ".17." Linksonder in potlood gesigneerd IX/XX en rechtsonder gesigneerd: Ysbrant.17. Behoort tot de kunstmap 'Dynamo - Hugo Claus'. // Het gedicht De Moeder: "Ik ben niet, ik ben niet dan in uw aarde. / Toen gij schreeuwde en uw vel beefde / Vatten mijn beenderen vuur. / (Mijn moeder, gevangen in haar vel, / Verandert naar de maat der jaren. / Haar oog is licht, ontsnapt aan de drift / Der jaren door mij aan te zien en mij / Haar blijde zoon te noemen. / Zij was geen stenen bed, geen dierenkoorts, / Haar gewrichten waren jonge katten, / Maar onvergeeflijk blijft mijn huid voor haar / En onbeweeglijk zijn de krekels in mijn stem. / 'Je bent mij ontgroeid,' zegt zij traag mijn / Vaders voeten wassend, en zij zwijgt / als een vrouw zonder mond.) / Toen uw vel schreeuwde vatten mijn beenderen vuur. / Gij legde mij neder, nooit kan ik dit beeld herdragen, / Ik was de genode maar de dodende gast. / En nu, later, mannelijk word ik u vreemd. / Gij ziet mij naar u komen, gij denkt: 'Hij is / De zomer, hij maakt mijn vlees en houdt / De honden in mij wakker.' / Terwijl gij elke dag te sterven staat, niet met mij / Samen, ben ik niet, ben ik niet dan in uw aarde. / In mij vergaat uw leven wentelend, gij keert / Niet naar mij terug, van u herstel ik niet."