Rechts een geknielde putto met het gelaat in de linkerhand. De spiraalbeweging, aangezet door been en arm van de centrale, dragende putto, krijgt als tegengewicht en versteviging een krachtlijn die vertrekt vanuit de geknielde putto. De centrale putto draagt een tweede putto met een boog in de gestrekte linkerarm (de boog is uitgevoerd in witgeschilderd hout). De putto links van het beeld staat met de rug gekeerd naar de toeschouwer. In de opgeheven linkerhand draagt hij een pijlenkoker, zijn rechterhand ligt op de rechterdij van de dragende putto.