Tegen een abstract patroon, opgebouwd uit verschillende lagen (achtereenvolgens zwart, rood en wit) staat centraal het silhouet van een rode hoge hoed, die in het luchtledige lijkt te zweven, een weinig naar links hellend. Achteraan gesigneerd en gedateerd. // "Walter Swennen (1946) plaatst een hoge hoed voor een niet nader gedefinieerde achtergrond waarop met dunne witte verf een rasterpatroon is gecreëerd. In dit abstracte patroon is de hoedvorm uitgespaard gebleven en daarna met dunne oranje verf opgevuld. Daardoor is het alsof de hoed zich echt voor het schilderij bevindt. Swennen werkt bijna altijd met dit soort icoon- of cartoonachtige figuren en voorwerpen boven een abstracte achtergrond. Deze doordeweekse motieven bevinden zich volgens hem in een overgangsgebied tussen het intieme en het publieke, waardoor het banale met een zekere dramatiek wordt beladen." (Ewald Peters in 'Schilde Kiest Kunst')