Bronzen medaille met een onregelmatige, organische vorm. Op de voorzijde, centraal bovenaan, in reliëf, de contouren van België, met de aanduiding van de provinciehoofdplaatsen. Bovenaan de kaart, een 'B' getopt door een koningskroon. Op de onderste helft van de medaille, van links naar rechts, elf reikende handen op een rij, om en om wisselend van richting (náár de kaart van België en wég van de kaart van België). De meest linkse en de meest rechtse hand lopen uit op een hartje. Links en rechts een detail van een bakstenen muur. Rondom het geheel - de rand van de medaille - zijn plantmotieven aangebracht. Rechts in de rand, de signatuur van de kunstenaar: "May Néama". Toelichting door de kunstenaar: "De handen symboliseren de relatie tussen de mensen en hun deugden. De bladeren rondom de rand verbeelden de bescherming door de natuur. De bakstenen staan voor het soliede van de werking van de Koning Boudewijnstichting". De keerzijde is grotendeels blank gehouden, op de naam van de organisatie na, in de drie landstalen, in sierlijke schriftletters: "Koning Boudewijn Stichting - König Baudouin Stiftung - Fondation Roi Baudouin". De drie namen telkens gescheiden door een koningskroontje. Zonder randschrift. De medaille wordt bewaard in een blauw doosje, met het embleem van de Koning Boudewijnstichting (een gekroonde 'B') in goud op het deksel gedrukt.