Wandtapijt met een geabstraheerd compositie, voornamelijk in paarsblauwe (de figuren), rode (de rand) en zwarte tonen. Onderaan een afbeelding van twee zeemeerminnen of waternimfen (zie ook het tapijt Ondines), afgebeeld tussen vissen en plantmotieven. Bovenaan een afbeelding van twee geabstraheerde loofbomen. In het centrum van het tapijt is een dichte bebossing afgebeeld. Rechts onderaan is het monogram van de weverij verwerkt en links onderaan de signatuur van de ontwerpers: "j. en b. van vlasselaer". Dit wandtapijt in de klassieke stijl van de kunstenaar werd ontworpen voor de parkvleugel van het vorige provinciehuis. Het tapijt hing op het einde van de 'Van Vlasselaergalerij', de gaanderij tussen Erehal en Koning Boudewijnzaal waar verschillende tapijten van de kunstenaar waren samengebracht. Het oorspronkelijke ontwerp dateert van 1981, maar Blanche Basecq-Van Vlasselaer werkte het na het overlijden van haar echtgenoot in 1982 verder af. Tussen waters en bossen is een allegorie op de provincie Antwerpen, gebaseerd op een vroege herinnering van de kunstenaar. In een brief aan het provinciebestuur van 16 februari 1981 schrijft Van Vlasselaer: "Na heel wat aarzelingen en talrijke schetsen heb ik me toen plots de indrukken herinnerd die ik als kind met mijn grootvader (die Antwerpenaar was) opdeed bij mijn eerste bezoek aan Antwerpen. Trots en eenvoudig, en met kommentaren die de landelijke geur van de streek verspreidden, heeft hij me de ware rijkdommen doen ontdekken, de stroom, de waterpartijen en de talloze domeinen die met hun beboste delen het grootste deel van de stadsomgeving tot in de Kempen bedekten. Omdat we geen toegang hadden tot die gebieden leek het in mijn kinderlijke verbeelding dat er mysterieuze dingen moesten gebeuren achter deze bossages en dat daar bovennatuurlijke wezens onbeschrijflijke en geheime zaken tussen elkaar uitwisselden. Deze herinnering diende uiteindelijk als thema voor de voorliggende samenstelling. Alles wat opstijgt uit de diepten van die uitgestrekte watervlakken en leeft in die geheimzinnige begroeiingen heb ik dus geprobeerd een plastische vorm te geven die deze rijkdommen zouden kunnen weergeven door het strelende ritme van de golven in evenwicht te brengen met de bijna stugge stijfheid van de beboste delen."