De fontein werd in mei 1981 in de vijver voor het (oude) provinciehuis geïnstalleerd, naar aanleiding van de ingebruikname van de Parkvleugel van het complex. De constructie bestaat uit buizen in mat roestvrij staal, een materiaal dat Bury vooral sinds 1968 gebruikte. Via een elektrische pomp wordt water in een gesloten circuit voortgestuwd naar het uiteinde van de 42 bewegende armen. Het gewicht van het water doet de buizen kantelen, waardoor ze leeglopen en het proces zich kan herhalen. De gestaag knikkende beweging waarmee de fontein zich, onder het gemurmel van de waterstralen, overgeeft aan dit spel met de zwaartekracht, krijgt nog een bijkomend accent door de reflecterende, gladgepolijste conische afsluitingen van de buizen. Het is de de op een na grootste fontein die Bury volgens dit buizenprincipe ontwierp. In 2013 werd de constructie gedemonteerd en, na een grondige restauratie, in 2019 opnieuw opgesteld in de publieke tuin van het nieuwe provinciehuis.