Het werk is samengesteld uit twee delen. Twee stukken plexiglas zijn boven elkaar gemonteerd op een houten ondergrond. Op het bovenste paneel - een stuk opaal wit plexiglas - is een hoek van een interieur afgebeeld: de vloer is een egaal vlak in een vuil groen; de muren, ramen en plafondbalken zijn aangegeven als lijntekening in een oud-roze; centraal in de verder lege ruimte is een tafel en een stoel geschilderd als zwarte lijntekening, beide met een rood ingekleurd topvlak. Op het onderste paneel - wit plexiglas - is een ontdubbelde vrouw geschilderd. Voor de achtergrond zijn vier kleuren gebruikt: hetzelfde vuile groen als het bovenste paneel, donker bruin, oker bruin en zwart. Centraal op het paneel is een vrouwelijke figuur afgebeeld, gekleed in tweedelig ondergoed of bikini, tot op heuphoogte geschilderd, in stevige zwarte omtreklijnen, met sommige schaduwpartijen in diep rood aangezet. De figuur neemt een uitdagende houding aan: handen op de heupen, tanden bloot en een frons op het gezicht. Over deze figuur is een andere (of dezelfde?) vrouwelijke figuur geschilderd in een oranje-gele lijntekening. Deze figuur is lieflijker afgebeeld, achteroverleunend, glimlachend, met de vingertoppen op haar buik en haar borsten ontbloot. // Vermeld op de rug van het werk: "Schatten uit het Westen 3: variable bruikbaarheidsformule -> schuldkamer sept. 93. AMVK" // Het werk is een van de vier werken uit de reeks Schatten uit het Westen, uit 1993.