Witte verglaasde buikvaas met twee kleine oortjes en blauwe tekening. De tekening is een geheel van talloze krioelende elementen, waarvan het geheel op het eerste zicht klassiek aanvoelt, maar bij nader inzien eerder speels hedendaags is. Centraal op een zijde (voorzijde?) is een druppelvorm met twee ogen en een mond getekend, met onderaan een stralenkrans en bovenaan een menselijke gelaat. Links en rechts daarvan telkens twee verticaal georiënteerde kronkelende slangen waartussen een vrouwelijke figuur is uitgespaard, met daaronder telkens drie menselijke hoofden (ondersteboven) en erboven een plantenmotief. De tekening van de slangen wordt nog enkele malen herhaald, telkens afgewisseld met een tekening van een mandorla waarin een menselijk bijna naakte figuur is gevat, met daaronder weer een menselijk hoofd met stralenkrans. De band onder deze tekeningen, volledig rond de vaas, bestaat uit getekende golfjes. Zowel de voet als de hals van de vaas is gearceerd met verticale lijnen. Enkel de twee oortjes zijn niet beschilderd en hebben de grijsblauwe kleur van de ondergrond. Aan de onderzijde is de vaas gedateerd en gesigneerd in de klei: "57 MELENS". Daarnaast ook een oud inventarisnummer van het Museum voor Kunstambachten Sterckshof: S.58.70.