Schilderij, bestaande uit drie verticale doeken die samen een geheel vormen. De op het eerste zicht drukke compositie blijkt opgebouwd uit over elkaar aangebrachte beeldlagen. De focus verschuift daarbij geleidelijk van figuratief (achteraan) naar abstract (vooraan). De basis van het schilderij lijkt een wat surrealistisch zeegezicht. De onderste 2/3 is ingevuld als een helblauw vlak, met daarboven een lichtblauwe luchtpartij (verloop van bijna wit op de horizon naar lichtblauw bovenaan) waarin bovenaan lila-roze wolken drijven (als bij een zonsondergang). Links op de horizon lijkt een felle brand te woeden. Het zou een ondergaande oranjerode zon kunnen zijn, maar de zonnestralen zijn vervangen door dikke zwarte rookpluimen. Over het 'zeegezicht' is een patroon van onregelmatige, gekleurde vlakken aangebracht (blauw, rood, groen, oranje, bruin, ...). In de meeste kleurvlakken is een grillig patroon verwerkt. Onder sommige vlakken is een schaduw aangebracht, wat de indruk versterkt dat de kleurvlakken voor het achtergrondtafereel zweven. Centraal op het middelste van de drie doeken is een structuur van gekruiste horizontale en verticale lijnen/balken geschilderd, voornamelijk in bruintonen en zwarten (ook enkele diagonale kruisen). Door middel van kleur- en vormgebruik wordt in deze rasterstructuur een dieptewerking gecreëerd. Links en rechts - op de buitenste doeken - dekt een halftransparant bordeaux vlak de onderliggende picturale lagen af, waardoor een doorkijkeffect wordt gecreëerd. Rechts onderaan gesigneerd en gedateerd.