Triptiek van drie taferelen, elk 60 x 60 cm. Het linkse doek: een abstracte achtergrond in groenblauwe tonen, als horizontaal aangebrachte vegen (als een groenblauwe mist). De onderste strook bestaat uit heel dun aangebrachte verf waardoor de ondergrond grotendeels zichtbaar is. Centraal onderaan is een fijn getekende vrouwenfiguur in profiel geplaatst, wandelend naar rechts. Zij draagt een lange jurk met daarover een bontjas, alles in lichtblauwe tonen. Zij kijkt over haar bontkraag naar de toeschouwer. Achter deze figuur, (de vrouw staat er voor) een felrode pijl die naar rechts wijst. / Het middelste doek: een abstracte achtergrond in geelbruine, gele en rode tonen, als horizontaal aangebrachte vegen. De onderste horizontale strook in blauwe tonen doet dienst als basis waarop twee donkere verticale pilaren zijn geplaatst, links en rechts van het midden. Tussen deze twee verticalen, centraal op het doek, een fijn getekende vrouwenfiguur, frontaal, in een lange, donkere, aansluitende baljurk zonder mouwen. De armen, in lange handschoenen, houdt ze opgeheven tegen de twee pilaren. Het hoofd is licht naar boven gekanteld, de blik naar boven gericht. Boven deze figuur, een felrode pijl die naar onder wijst. / Het rechtse doek: een abstracte achtergrond in geelgroene en roodbruine tonen, als horizontaal aangebrachte vegen. Een ruim derde van het doek onderaan is licht gehouden, met subtiele schaduwwerking. Links onderaan, op dit lichte vlak, is een fijn getekende mannenfiguur in smoking geplaatst. Hij is naar rechts gedraaid, de rechterarm naast het lichaam, een sigaret in de rechterhand. Rechts onderaan, eveneens op het lichte vlak, een felrode pijl die naar links wijst. Alledrie de doeken zijn links onderaan gesigneerd en gedateerd: 85.