Zo ongeveer moet het vrijstaande atelier van Willem Bastiaan Tholen achter de Kanaalvilla in Scheveningen er rond 1910 hebben uitgezien. Verschillende details, zoals de wonderlijke geelkoperen gotische stoel die lijkt op de Engelse kroningszetel, zullen echter niet overeenkomen met die van het atelier van Tholen. De bruin gebeitste houten kast wordt gedekt door een zadeldak. De vakkundig afgewerkte onderdelen zoals de bruin gebeitste trap, de entresol (= tussenvloer) met balustrade en de deur in de rechterwand tonen een sterke verwantschap met die van het grote poppenhuis. Het lijkt waarschijnlijk dat Herman Ros ook dit schildersatelier heeft vervaardigd. De datering ervan zal dan (niet lang) na 1910 liggen.
Volgens aantekeningen van Lita geeft deze kamer de situatie in een 19de-eeuws atelier weer. De ruimte is ingericht in Oud-Hollandse stijl, zoals in die tijd bij veel kunstenaars gebruikelijk was. Zij spiegelden zich graag aan hun succesvolle voorgangers uit de Gouden Eeuw. In ons atelier is de schilder zelfs in 17de-eeuwse kleding uitgedost. Ook de schouw en het houten meubilair lijken uit de Gouden Eeuw te stammen.
Op de tussenvloer liggen twee mappen met originele tekeningen. Eén map is gevuld met schilderingen op doek, tekeningen en etsen uit de 19de en 20ste eeuw van de hand van onder anderen Lucie van Dam van Isselt, Gerard van der Laan, Petrus Paulus Schiedges en Willem Witsen. De andere map bevat schetsjes van Willem Bastiaan Tholen, waaronder een gezicht op het Scheveningse strand. Verder staat het atelier vol met voorwerpen, waarvan een ivoren doodshoofd het meest opmerkelijke is.