Het ezeltje rijden op het Scheveningse strand was een van de lievelingsonderwerpen van de impressionistische schilder Isaac Israels. Tientallen malen heeft hij dit tafereel verbeeld in schilderijen. Trefzeker en met grove streken penseelde hij deze vrolijke en kleurrijke scènes van ezeltjes met meisjes in roze of witte zomerjurken met zonnehoeden, vaak gevolgd door een ezeljongen. Israels werkte snel: ‘Vooral niet teveel werken, niet meer dan twee uur achter elkaar, niet te lang peuteren, dan ben je niet fris meer’. Schilderen beschouwde Israels als ‘tekenen met olieverf’.
Israels had alle gelegenheid om het ezeltje rijden vast te leggen. In de zomer verbleef hij samen met zijn beroemde vader Jozef Israëls vaak in een villa van het Oranjehotel. Waar vader zich vooral toelegde op het schilderen van het harde bestaan van de Scheveningse vissers, richtte Isaac zich op de lichte, toeristische kant van de badplaats. Behalve het ezeltje rijden schilderde hij in Scheveningen ook dames op een terras of in de duinen, de drukte op de boulevard en flanerende badgasten op de in 1901 geopende pier ‘Wandelhoofd Koningin Wilhelmina’.