Voor de toonbank van deze 19de-eeuwse manufactuurwinkel drentelen twee houten poedels rond, terwijl de medewerkster daarachter een stuk stof voor een van haar klanten uitstalt. In de winkel zijn verschillende rollen stof, kanten mutsen en dozen te vinden met opschriften als 'Veterband', 'galon, 'geschulpte zijde' en 'Chemisetten'.
De achterwand van deze winkel is beplakt met papierbehang. Een groot deel van deze wand wordt ingenomen door kasten, die aan de buitenzijde beplakt zijn met wit papier. De deurtjes beneden zijn afgewerkt met bruin fineerpapier. Tegen de zijwanden van de winkel staan twee bruin gebeitste open kasten en aan de voorkant twee met houtnerfpapier beplakte etalagekasten.
Deze winkel uit de tweede helft van de 19de eeuw is ondergebracht in een wat primitief huis, dat uit twee losse kasten is opgebouwd. De bovenste kast is een pakhuisje met zolderopslag en daaronder een woonkamer. Via een hijsbalk aan de kroonlijst kunnen goederen naar de zolder worden getakeld. In de kast eronder bevindt zich het winkeltje. Metalen haakjes met ogen houden beide kasten bijeen.