Centraal op het paneel staan vier reformatoren: Melanchton, Luther, Zwingli en Calvijn. Achter hen loopt prins Maurits, die van 1584 tot zijn dood in 1625 stadhouder was van de belangrijkste gewesten. In de linker onderhoek staan twee ooievaars met een glazen rijksappel, symbool voor het Haagse stadsbestuur. Op het schilderij zijn nog meer ooievaars te zien: op het dak van de Gevangenpoort en de Ridderzaal bevinden zich ooievaarsnesten en in de lucht vliegen enkele van deze vogels. Rechtsonder ziet men de Hollandse leeuw met een spiegel en een glazen rijksappel. De tegenstelling tussen het stedelijke en gewestelijke gezag, die in de beide onderhoeken naar voren komt, keert ook in het stadsbeeld terug. Aan de rechterzijde bevindt zich het Binnenhofcomplex met de Gevangenpoort, dat toebehoorde aan het gewest Holland. Op de linker achtergrond is de Lange Vijverberg zichtbaar met het stadskasteel Van Egmond; dit gebied viel onder het stedelijk gezag.
Op de voorgrond is een optocht van rederijkers te zien, een tweetal dominicaner monniken, wellicht behorend tot de Kloosterkerk, een aantal adellijke dames en leden van de schutterij. In het midden van het schilderij vindt op het Groene Zoodje een onthoofding plaats.
Deze afzonderlijke elementen tezamen vormen een allegorisch commentaar op de 16de-eeuwse politieke en religieuze situatie in de Nederlandse Republiek, en de stad Den Haag in het bijzonder. Het schilderij verwijst naar de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), de reformatie en de nieuwe politieke constellatie, waarin de stadhouder een machtige positie had. Nader onderzoek zal de exacte strekking van het schilderij moeten uitwijzen.