Sabel is in het verleden gebruikt door de Zandvoortse politie.
Vroege versie van Sabel O,I , model 1911 vervaardigd door de Artillerie Inrichting bij de Hembrug. Ingeslagen nummer 18 in het gevest en "18" in de kling van de klewang. De kling is geblauwd en voorzienvan de merken in klinkhiel binnenzijde "HEMBRUG" en buitenzijde de letter "B" onder een kroon. De kling is voorzien van een zgn bloedgleuf.
Algemeen:
Iedere Nederlander heeft weleens van een klewang gehoord. Of je nu een HEMA-beoefenaar bent, een militair of een burger. Maar wat is een klewang nu eigenlijk?
Onder een Klewang of ook wel de Marechaussee-sabel genoemd, wordt verstaan een kort houwwapen of hakmes met een zeer scherpe, nagenoeg rechte of zwak gebogen eensnijdende kling, die naar de punt toe breder wordt alwaar zij recht of schuin wordt afgesneden. Daarbij is de “snavelpunt” of ”Clipped point” erg kenmerkend voor dit wapen. Verder heeft de kom veel weg van de bekende sabel met als verschil dat de kom alleen de buitenkant van de rechterhand beschermt.
De Klewang lijkt sterk op een sabel maar is net iets kleiner en meer compacter.De ontstaansgeschiedenis van de klewang.
De klewang heeft zijn oorsprong in het voormalig koloniale Nederlands-Indië, nu het huidige Indonesië. Gedurende de gehele 19e eeuw vonden daar koloniale acties en oorlogen plaats waarbij de Nederlandse troepen, als het op een gevecht met blanke wapens aan kwam, vaak het onderspit dolven. Dat lag niet alleen de te lange en te zware wapens maar ook aan de relatieve ongeoefendheid van de soldaten te voet betreffende sabelgevechten. Ook de op het Beaumontgeweer vastgemaakte bajonet bleek ook te langzaam te zijn ten opzichte van de vliegensvlug gehanteerde inlandse (lokale) zwaarden. Daarnaast waren de verstrekte machetes en kapmessen ook niet bedoeld voor man-tot-man-gevechten. De soldaten riepen dan ook om een kortere, handzamere en effectiever zwaard.
Het Koninkrijk der Nederlanden raakte op een gegeven moment slaags met het sultanaat Atjeh wat resulteerde in de Atjehoorlog (1873-1914). Na de beginjaren begon het Koninklijk Nederlands-Indisch leger (KNIL) grote verliezen te lijden en lukte het niet om Atjeh onder koloniaal bewind te krijgen.
De lokale bevolking vocht met groot patriottisme en moed, hun superieure guerillatactiek en hun bedrevenheid met het vechten met hun klewangs. Na een aantal jaren werd op aanraden overgegaan op een andere tactiek. Het Korps Marechaussee te voet werd onder andere opgericht in 1890. Niet te verwarren met de huidige Koninklijke Marechaussee (KMAR). De Marechaussee te voet kon men zien als de huidige “Special Forces”. Dit korps werd speciaal opgericht om de orde in Atjeh te helpen handhaven. De manschappen waren allemaal “inlanders” (voornamelijk Javanen, Menadonezen en Ambonezen) en zij werden uitgerust met beproefde Atjehse wapens als de Gliwang (zwaard) en Rentjong (dolk). Deze eenheid voerde langdurige counter-guerrilla-aanvallen uit. De inlandse soldaten waren beter geschikt aangezien zij het terrein beter kenden, beter waren gewend aan het klimaat, konden langer in het veld blijven en waren zelf ook meer bedreven met een blank wapen in tegenstelling tot de meeste gemiddelde Europese soldaten. Hun uitrusting bestond dan uit een dolk, karabijn (kort geweer) en een Klewang naar eigen keuze. Vanwege de dichtheid van de jungle en het op elk moment aangevallen kunnen worden uit een hinderlaag, was de Klewang steeds meer het wapen die men het snelst kon gebruiken en het effectiefst was.
Het KNIL zag de grote potentie van het wapen in en vanaf 1898 werd het een officieel wapen van de Marechaussee te voet, het KNIL, koninklijke landmacht, koninklijke marine, koninklijke Marechaussee en verscheidende Politiekorpsen. De naam werd definitief verbonden aan het wapen, het ontwerp werd verbeterd en zo was de militaire Klewang geboren.
De kenmerken.
Het waarmerk van elke klewangkling is zijn typische punt die op de klingrug bolvormig is uitgehold. Deze uitsnijding is zo gevormd dat de punt bijna in het middelpunt van de kling ligt. De klingsnede sluit daar in een flauwe bocht op aan. Om de punt tweesnijdig te maken, is ook de uitholling scherp geslepen.
Waar komt deze typische punt nou vandaan?
Een gebogen sabelkling heeft in beginsel een asymmetrische eensnijdende punt omdat de snede aansluiting moet vinden op de klingrug, die doorgaans nagenoeg recht tot aan de punt doorloopt. Een sabelkling is in principe altijd gebogen en bestemt voor een houw of een slag waarbij de kromming van de klingsnede zorgde voor een snijdende werking. Bij een rechte sabelkling (een steeksabel bijvoorbeeld) ging dat niet zo makkelijk maar door de massa van het wapen ontstond er door de slag of houw altijd wel een wond. Vele sabels waren echter zwak gebogen omdat er mocht de gelegenheid voorkomen, er af en toe ook gestoken mee kon worden naast de snijdende werking van de gebogen kling.
Om deze reden veranderde men bij vele kromme sabelklingen sinds de 16e eeuw de punt zodanig dat hij van een zogenaamd rugscherp werd voorzien. Daaraan werden allerlei vormen gegeven.
De punt van de Marechaussesabel lag in het midden van de breedte van de kling. Door de boogvormige rugsnede echter bleef hij zelf ook asymmetrisch waardoor er een punt ontstond die “snavelvormig” wordt genoemd. Ook wel bekend als de “Clipped point”.
De opperbevelhebber van het Indisch leger wilde zo’n punt hebben omdat er dan ook makkelijk gaten gemaakt konden worden in riemen.
Hoewel dat in theorie zou kunnen kloppen, is het vrijwel zeker dat men koos voor de Clipped point omdat men in de eerste plaats een dergelijke puntvorm wilde geven opdat men met de kling zowel gestoken als gehouwen kon worden.
Naast de punt, is de korf of beugel/stootplaat ook kenmerkend voor de klewang.
De beugel beschermt ook alleen de rechterkant van de zwaardhand. In dit geval de rechterhand. Dit in tegenstelling tot de beugels van de meest gangbare sabels die we kennen die bolvormig zijn.
De bolvorm werd ook als hinderlijk ervaren toen er ook gekozen werd om de klewang recht langs het been te gaan dragen.
Als laatste waarmerk is de lengte van het blad.
Een klewang is zo’n 30 centimeter korter dan een gemiddelde sabel.
Dat heeft een aantal voordelen.
Een voordeel is dat het nergens achter in de jungle kan blijven haken.
Een ander voordeel is dat het niet tussen de benen van de soldaat kan komen.
En door de kortere lengte kan het nu ook langs de heup benedenwaarts gedragen worden.
Om te zorgen dat de schede niet uit de schoen (drager) kan vallen, is de draaiende schoen ontworpen. Deze zorgt ervoor dat de schede mee kan draaien en in de schoen blijft zitten in tegenstelling tot de starre schoen waarbij de schede uit de schoen gewipt kan worden als men bijvoorbeeld gaat hurken.
Een nadeel is de juist weer geringere lengte zodat je wat dichter bij jouw tegenstander moet komen om hem uit te kunnen schakelen.
Specificaties Klewang Model 1911
Lemmet: staal, veerhard
Heft: Notenhout
Stootplaatgarde: staal, veerhard
Gewicht: 790 gram
Totale lengte: 760 cm
Lengte lemmet: 620 cm
Dikte lemmet: 0,03 cm
zie ook: https://www.hemabond.nl/media/de-klewang-een-uniek-nederlands-blank-wapen-2/