De verschillende benamingen kaasboor, kaassteker en kaasschopje hebben waarschijnlijk betrekking op één en hetzelfde voorwerp: een zilveren schopje met een enigszins hol gevormd blaadje aan een houten, benen of zilveren handvat, waarmee stukjes kaas kunnen worden uitgestoken. Het blad is beduidend minder hol dan dat van een ijssteker. Kaasstekers noemen wij ze meestal. De benaming kaasboor, die in de eerste decennia veel in de boeken voorkomt, is enigszinds verwarrend. Het woord ontstond waarschijnlijk naar analogie van mergboren, die toen heel gebruikelijk waren.