De tekening toont een theekan met een brede, afgeronde buik die naar boven toe overgaat in een smalle, licht gebogen hals. De kan staat op een lage, cirkelvormige voet met meerdere horizontale ringen als basisdecoratie. De schenktuit is lang, smal en sierlijk gebogen, met een licht opwaarts gerichte mondopening.
Het oor is elegant S-vormig en loopt van net onder de dekselrand tot aan het onderste deel van de buik, voorzien van eenvoudige, verfijnde krullen aan beide uiteinden. Het deksel is licht conisch met een platte bovenkant en wordt bekroond door een sierlijke, gedraaide knop.